Turkije

Heenreis van Brussel naar Nevsehir en transfer (70 km) naar het hotel in Selime, aan het begin van Ihlara-vallei.

In Cappadocië is de natuur bijzonder vindingrijk geweest. De erosie boetseerde er de zachte gesteenten tot een onwaarschijnlijk, feeëriek landschap, bezaaid met bosjes tufsteenkegels in alle vormen en kleuren, van helwit tot oker, bruin en rood. Aan dit unieke landschap voegden de mensen hun cultuur toe. Zij hakten de grotten verder uit, maakten er kamers, voorraadschuren en stallen, die ze door gangen en trappen met elkaar verbonden. Nog later beitelden ze kapellen, kloosters en kerken en versierden de muren met fresco’s.

Wandeling via Belisirma door de Ihlara-vallei, doorsneden van de diepe, groene Melendiz-rivier en bezaaid met vele mooie kerkjes uit vnl. de 11de tot de 14de eeuw. Terug naar Selime voor de tweede overnachting aldaar.

Vandaag wandelen we, na een bezoek aan het dorpje Çavusin met haar bijzondere rotswand, de Bozdag op, vanwaar we een cirkelrond uitzicht over de regio hebben. Daarna wandelen we door de groene Zemi-vallei.

Transfer naar Göreme, waar we de volgende 2 nachten logeren. Göreme is één van de belangrijk­ste centra uit de Byzantijnse perio­de. Vanaf de 11de eeuw begon er een periode van verheven kerkkunst en er zijn zo'n 350 kerken te vinden. Wie zin heeft, kan enkele van de mooiste bezoe­ken.

Via een glooiend landschap en de bijzonder mooie Akvadi- (of Witte) Vallei trekken we naar Uçhisar. Daar beklimmen we een burcht van verschillende verdiepingen, uitgehouwen in de rotsen. Van op deze indrukwekkende vesting hebben we een prachtig uitzicht op Cappadocië. In de namiddag wandelen we door de Guvercinlik- of Duiventillenvallei, zo genoemd omwille van de duizenden, door duiven bewoonde gaten in de zachte, witte rotsen, terug naar Göreme.

Transfer naar Çukurbadj in het Taurus-gebergte, met onderweg een bezoek aan de ondergrondse stad Derinkuyu (8 verdiepingen – 85 m). Vandaar gaat het dan te voet naar onze kampplaats in de Emli-vallei.

Wandeling door de dennenbossen van de Emli-vallei naar het plateau van Eznevit, waar we picknicken op een hoogte 2538 m. De tocht gaat verder langs de flanken van het Karasay-gebergte. Avondmaal en overnachting in het basiskamp van Sokullupinar (2000 m).

Het eerste deel van onze lusvormige tocht vandaag biedt een spectaculair zicht op de noordwand van Mount Demirkazik. Daarna gaat het door de nauwe Cimbar-canyon, met fris en ijskoud water. We pauzeren in het bergdorpje Demirkazik (1550 m) en keren terug naar Sokullupinar (2000 m).

Zware dag vandaag met de oversteek van de onherberg­zame Çelikbuydu­ran-pas (3450 m). Doel is het kamp van de zeven meren in het Yedigöller-bekken, waar we de volgende twee nachten doorbrengen op een hoogte van 3020 m. Hier ontmoeten we misschien herders met hun grazende kuddes.

Vrije dag. We doen we het rustig aan en nemen een verfrissende en welverdiende duik in één van de nabijgelegen bergmeertjes. Optioneel kan de Embler beklommen worden, 3723 m hoog. De beklimming vraagt geen technische kennis, maar kan soms toch vrij lastig zijn. Ook hier word jeruimschoots beloond met schitterende panorama's, vooral op de berg Demirkazik.

Wandeling naar het Comcegolu-meer, om dan via de Akcay-vallei de Tekkekalesi-pas over te gaan. Na de picknick gaat het grotendeels bergafwaarts naar de kampplaats bij Comce gol (2800 m).

We dalen af naar het Karagol-meer. De moedigen kunnen een duik nemen in het koude water. Wie zin heeft, kan van hier de Sigirasan-pas opgaan, met prachtig zicht op de noordzijde van de Demirkazik. Daarna gaat het verder tot het kamp in de Maden-vallei (1900 m).

We maken nog een wandeling van een tweetal uur door de Maden-vallei. De wandeling eindigt op 1550 m.

Transfer naar Göreme voor de laatste overnachting.

Transfer naar Nevsehir (42 km) en terugvlucht naar Brussel.