Zweden

Vlucht naar en avondwandeling Göteborg

Het relaxte Göteborg is Zwedens 'tweede stad', compact en daardoor bij uitstek bewandelbaar. Vanavond gaan we al op verkenning.

In het zuidoosten vind je de 17de-eeuwse grachten, het groene Kungsparken en de chique, met bars omzoomde boulevard 'Avenyn'. Aan de waterkant vind je alles wat met de zee te maken heeft: van schepen, aquaria en maritieme musea tot de heerlijkste verse vis. In het westen van de stad vind je de historische en bruisende districten Vasastan, Haga en Linné.

Göteborg en transfer naar Skållerud

In de voormiddag gaan we op wandel om het centrum van Göteborg verder te ontdekken.

Rond de middag rijden we met een minibus noordoostwaarts het binnenland in. De provincie Dalsland is een gebied van meren en bossen: 65% van de oppervlakte is woud. De dorpen zijn er klein, steden zijn er amper. De eerste 2 nachten vinden we onderkomen in een historisch landhuis in Skållerud dat werd omgevormd tot een B&B.

Een eerste wandeling van ca. 8 km brengt ons naar het Vänern, het grootste meer van de hele Europese Unie. Wandelend langs de oevers, zonder de overkant in zicht, waan je je eerder aan zee dan aan een meer.

Wandeling in Sörknattens natuurreservaat

Vandaag ondernemen we een mooie wandeling van 15 km door een natuurreservaat waar in 1984 de film ‘Ronja de Roversdochter’ werd opgenomen. De tocht over verschillende kleine toppen omhelst nogal wat klimmen en dalen over rotsachtige bodem met heide en dennen. Goed uitkijken is de boodschap. De hoogste 'top' is de Sörknatten, 142 m hoog, een kale top zonder bomen. Ondanks zijn geringe hoogte geeft hij hierdoor het gevoel een echte bergtop te zijn. Je hebt er een prachtig uitzicht in alle richtingen. Bij helder weer kan je in het oosten de overkant van het Vänern zien liggen, vele tientallen kilometers ver.

Wandelen over het Pelgrimspad

We brengen een kort bezoek aan het geklasseerde sluizencomplex van Håverud, een vernuftig staaltje van 19de-eeuwse technologie waarbij het Dalsland-kanaal over een aquaduct geleid wordt. Dan trekken we 16 km langs over het Pelgrimspad de natuur in. Dit langeafstandspad voert ons door bossen noordwaarts tot onze volgende verblijfplaats voor weer 2 nachten, een kleinschalig hotel in Edsleskög aan de oever van een meer.

Rondwandeling vanuit Edsleskög

We maken een lusvormige wandeling in de omgeving van ons verblijf. Ze voert ons door landelijk gebied met weilanden en boerderijen, bos en water. Vanop een heuveltop zien we hoe het natuurgroen zich naar alle kanten om ons heen uitstrekt. De wandeling bestaat uit 2 delen, in totaal 20 km. Wie een rustige dag wenst, kan enkel het eerste (en minst moeilijke) deel van 11 km meedoen, dat langs boerderijen, meren, bos loopt. Het tweede deel (9 km) is pittiger, met rotsen en wortels en wat korte klimmetjes. En met mooie uitzichten.

We zorgen ervoor tijdig terug te zijn, zodat we wat tijd hebben om te genieten van de tuin en het meer. Wie waagt een duik in het koude water?

Wandeling in Tresticklan Nationaal Park en verder naar Tanumshede

Opnieuw koffers pakken, want we verhuizen naar de kust. Op weg daarheen maken we een stop in Trestiklan, één van Zwedens nationale parken. Het is gelegen op de grens met Noorwegen en vormt het grootste aaneengesloten natuurgebied van Zuid-Zweden. Meer dan 100 jaar is nauwelijks ingegrepen in het bos, waardoor de natuur er vrij haar gang kon gaan. Een groep wolven heeft dit gebied tot haar territorium gemaakt, maar ze zijn zo schuw dat we er niet moeten op rekenen hen te zien te krijgen. Hier maken we een wandeling van 9 km.

In Tanumshede nemen we intrek in een mooi en aangenaam hotel.

Bezoek rotsgravures en Fjällbacka

Een afwisselende dag waarop we de westkust verkennen en cultuur met natuur combineren. We beginnen in Tanumshede. De grootste verzameling prehistorische rotsgravures van Scandinavië – zo’n 1500 waarvan vele meer dan 3000 jaar oud! – vind je hier verspreid over meerdere locaties in de natuur. We bezoeken enkele plaatsen van deze Unesco Werelderfgoed site, deels al wandelend.

In de namiddag staat Fjällbacka op het programma, een charmante plaats met een vissers- en plezierhaven. Deze toeristische trekpleister was de favoriete vakantiestek van Ingrid Bergman, die er ’s zomers op een eiland voor de kust verbleef. De houten huizen in tinten van wit en pastel zijn getooid met mooi houtsnijwerk. Vanop de grote rots die het stadje indrukwekkend domineert, hebben we een prachtig uitzicht op de kust. We maken er een wandeling van 5 km en nadien kan je wat rondslenteren in het stadje.

Daguitstap naar de Koster-eilanden

Deze eilanden maken deel uit van Kosterhavet, het tweede nationaal park dat we op deze reis aandoen. De 250 m diepe trog die de archipel scheidt van het vasteland loopt door tot in de Atlantische Oceaan en voert koud oceaanwater aan, waardoor hier heel wat diepzeedieren kunnen gedijen. In de wateren rond de eilanden leven dan ook zo’n 12.000 diersoorten, evenals Zwedens grootste kolonie zeehonden. Noord-Koster is ruig en desolaat, met kale rotsachtige kusten en schrale begroeiing. Hier wandelen we een goeie 5 km. Zuid-Koster, van zijn buur gescheiden door een nauwe passage, is groener en telt enkele kleine dorpen. Hier zijn wandelingen van verschillende afstanden mogelijk.

Terugreis

We rijden weer zuidwaarts richting Göteborg. In functie van het weer en de interesse van de groep kunnen we onderweg nog één van de andere vissersdorpen aan de kust bezoeken. In de namiddag schepen we in voor de terugvlucht huiswaarts.