Oman

Heenreis van Brussel naar Masqat. Aankomst en korte transfer naar het hotel.

De vroege vogels kunnen voor het ontbijt al wat baantjes gaan trekken in het zwembad om de stijfheid van de vliegreis van zich af te zwemmen. Na een rustig ontbijt trekken we de stad in voor een bezoek aan de indrukwekkende Sultan Qaboes-moskee, het geschenk van de (ondertussen overleden) sultan Qaboes aan zijn volk ter ere van zijn 30-jarig sultanaat in 2001. Dé must-see in Masqat is echter het oude stadsdeel Muttrah, dat zicht uitstrekt langs een aantrekkelijke, 3 km lange 'corniche' van traliewerkgebouwen, moskeeën, winkels cafés en restaurants. We bezoeken de vismarkt en uiteraard de soek, waar zowat alles aan de man wordt gebracht maar het vooral de juwelen en traditionele kleding zijn die de show stelen. Ook een bezoek aan de opera staat op het programma.

In de late namiddag, wanneer het licht op z'n mooist is, wandelen we (3.8 km) tussen Riyam en Muttrah, en ontdekken hoe in vroegere tijden de bewoners van Masqat tussen de stad en de bergen op en neer trokken.

Tweede overnachting in een hotel.

Transfer naar Nizwa, de door dadelpalmplantages omgeven voormalige hoofdstad. We wandelen rond in de levendige soeks, waarbij de zilversoek zeker een bezoekje waard is indien je al een mooi souvenirtje wil scoren! Er bevindt zich ook een 17de-eeuwse (maar niet zo geslaagd gerestaureerd) fort.

We rijden verder naar de Westelijke Hajjar, een bergmassief van 600 km lang dat in vroegere tijden een haast onoverkomelijke barrière vormde tussen de kust- en bergbewoners. We trekken de wandelschoenen aan voor een pittige, voornamelijk afdalende wandeling van Aqur via Al-Ayn naar Ash-Shirayjah.

We kamperen nabij Ar-Ruz.

In de Jebel Akhdar of Groene Bergen, zoals dit deel van het massief wordt genoemd, maken we een lusvormige tocht op het met jeneverbesstruiken bezaaide Sayq-plateau. We wandelen deels over oude paden, deels over geaccidenteerd terrein met losse keien.

Tweede kampeernacht nabij Ar-Ruz.

In de voormiddag wandelen we door de Wadi Muaydin, waarbij we zo'n 300 m afdalen in een prachtig landschap. De ondergrond is niet evident; veel losliggende keien (een wadi is in feite een rivierbedding) en hier en daar rotsblokken die wat klauterwerk vereisen.

Via Birkat Al-Mawz, een oud en de deels vervallen oasestadje waar we even halt houden, rijden we naar de volgende kampplaats bij de Jebel Shams, met zijn 3000 m de hoogste berg van het Hajjar-gebergte.

Vandaag ondernemen we de uiterst spectaculaire en niet al te moeilijke “Grand Canyon” balkonwandeling. Het pad daalt af langs de 1000 m dieper gelegen Al-Nakhurkloof. Je loopt onder overhangende rotsen en door het verlaten dorp Sap Bani Khamis. Op deze ongewone, door rotspartijen beschermde en goed van water voorziene plaats woonden ooit zo’n 15 families die leefden van groenten- en veeteelt. Het eindpunt van onze tocht is een (al dan niet droogstaand) meer dat uitkijkt over de kloof.

Aan de voet van het Hajjar-gebergte bezoeken we het dorp Al-Hamra, een van de oudste in Oman en interessant vanwege de goed bewaard gebleven lemen rijhuizen met twee of drie verdiepingen in Jemenitische stijl. In de hogere delen van het dorp zijn de meeste huizen verlaten.

Verder naar Misfat al-Abriyeen, een sfeervol dorp waar we logeren in een authentiek guesthouse.

We maken een wandeling in het dorp Misfat en langs de oude irrigatiekanalen. Hier krijg je een goed beeld van het 'oude', rurale Oman.

Daarna gooien we het over een andere boeg en rijden zuidwaarts naar de Wahiba-woestijn. Een eind voorbij de toeristische (en lawaaierige) kampen slaan wij onze tenten op en genieten van de zonsondergang. Eens de nacht valt, is het de wondermooie sterrenhemel die de show steelt.

Na zonsopgang maken we een korte ochtendlijke wandeling om de haast perfecte, door de wind gerimpelde, koperkleurige duinen van deze woestijn te ontdekken.

We rijden terug noordwaarts naar een ander stuk woestijn waar zich de Wadi Bani Khalid bevindt. We volgen deze mooie wadi een eindje langs palmboomplantages en hoge rotsflanken, waarbij wij misschien al eens over rotsblokken moeten klauteren. Ons doel zijn natuurlijke waterbekkens waarin de liefhebbers kunnen zwemmen.

We slaan onze tenten op nabij Thamer, een prachtig, smal stukje woestijn.

We rijden naar de kust en naar havenstad Sur, waar we zien hoe de ‘dhows’ (traditionele zeilschepen) worden gebouwd. Daarna volgen we de kust noordwaarts tot aan de Wadi Tiwi. De wandeling die we hier maken, gaat voornamelijk naar beneden, soms over het pad, dan weer langs de 'falaj' (irrigatiekanaal) met vaak keien als ondergrond.

We kamperen op het strand vannacht.

Genieten van de zonsopgang boven zee en dan rijden we naar de Wadi Shab voor een laatste wandeling naar een mooie zwempoel. Na een verfrissende plons rijden we naar Muttrah voor de overnachting. Nog een laatste keer de oosterse sfeer opsnuiven, genieten van de zonsondergang en van het lekker eten...

Terugreis naar Brussel.