Nepal
Langtang trekking via Helambu en de meren van Gosainkund
16 dagen
Wat maakt deze reis bijzonder?
- Grote variatie van landschappen in 11 dagen trekking
- Contact met de mensen in de dorpjes van het groene Helambu
- Het magisch moment waarop je de 4600 m hoge Laurebina-pas overschrijdt
- De bergmeren van Gosainkund in een schitterende hooggebergte-kader
- Het ruige landschap rond het boeddhistische Kyangjin Gompa, aan de voet van de 7200 m hoge Langtang Lirung
- De dichte jungle van de Langtang-vallei
- De rododendronwouden die in bloei staan!
Deelnemers
Min. 7, max 10Geen afreisdatum voorzien
Overzicht
Vanuit het ruige hooggebergte met zijn besneeuwde toppen baant de wilde Langtang-rivier zich een weg naar lagere subtropische regionen met dichte, jungleachtige vegetatie. Langtang Nationaal Park is dan ook een rijke biotoop met een erg gevarieerde fauna en flora. Onze 11-daagse trekking begint in de Helambu, weelderig begroeid en waar dorpjes en terrasvormige akkers voor kleur zorgen. Gestaag gaat het omhoog tot op de 4600 m hoge Laurebina-pas, die de toegang vormt tot Gosainkund, een regio hoog in de bergen met enkele prachtige meren en schitterende zichten op nabije Himalaya-reuzen. De Langtang-vallei zelf houden we tot het laatste, als kers op de taart.
Dag aan dag
Inleiding
De combinatie Langtang, Gosainkund en Helambu wordt vaak in die volgorde gedaan. Wij kiezen er echter voor om de volgorde om te draaien: vanuit Helambu omhoog tot Gosainkund, om te eindigen in Langtang. Op die manier trekken we vanuit de lagere, zachtere regionen van de Himalaya geleidelijk aan naar het ruigere hooggebergte, waarbij we steeds opnieuw door andere landschappen verrast worden. En met één grote bijkomende troef: onze blik rust de hele tijd op de besneeuwde hoge Himalaya-toppen, die de grens met Tibet vormen.
De overnachtingsplaatsen die in onderstaand dagschema genoemd worden, zijn indicatief. Ter plekke kunnen andere locaties in de nabije omgeving gekozen worden, wat de etappes iets korter of langer maakt.
Dag 1
Heenreis van Brussel naar Kathmandu.
Dag 2
Aankomst in Kathmandu en transfer naar het hotel.
Volgens de legenden is Kathmandu in de 10de eeuw gesticht op vraag van de godin Mahalakshmi, maar het is slechts vanaf de 16de eeuw dat de stad wat belang is gaan krijgen. Van de vele bouwwerken die in de 16de en 17de eeuw zijn neergezet, zijn er tot op heden nog heel wat bewaard gebleven in wat men nu de binnenstad noemt. Ondanks het feit dat mensen van het platteland zich massaal in de stad komen vestigen en ondanks (of is het dankzij) het totale gebrek aan investeringen in moderne infrastructuur, heeft Kathmandu – evenals de andere steden in de Kathmandu-vallei - haar authenticiteit grotendeels weten te bewaren.
Ons hotel ligt nabij het boeddhistische hart van Kathmandu, op 1 km van de stoepa van Bodhnath en dus ideaal gelegen voor de verkenning van het culturele erfgoed van Kathmandu. Na een goede nachtrust gaan we al op stap (meer uitleg onderaan). Tegen valavond kunnen we zeker Bodnath bezoeken. Op dit uur van de dag, als de hemel rood kleurt, zakken tal van boeddhisten naar hier af om al biddend rondjes rond de stoepa te lopen. Olielampjes worden ontstoken, de gebedsmolens aan het draaien gebracht. In de smalle straatjes rond de stoepa liggen meerdere boeddhistische kloosters, waar avondceremonieën plaatsvinden. Het geheel baadt in een sfeer van devotie en toewijding.
Dag 3
We vertrekken vroeg met de bus naar Sundarjal, slechts 14 km van Kathmandu verwijderd maar toch zo’n anderhalf uur rijden. Hier beginnen we aan onze trektocht. Deze eerste trekkingdag is al meteen een opwarmer, want er staan zo'n 1000 hoogtemeters op het programma - bergopwaarts. Langzaam wandelen is dan ook de boodschap. We trekken het Shivapuri Nationaal Park binnen. Door een weelderig-groen landschap met verspreid staande huizen gaat het omhoog. Op de akkers en terrasvormige velden zijn de mensen aan het werk. Het pad is geplaveid en goed begaanbaar, al maken de vele treden het ons niet altijd makkelijker. Na de middag laten we de huizen achter ons en wordt de omgeving bosachtiger. Hogerop kunnen we genieten van een weids zicht op de Kathmandu-vallei, in de diepte achter ons. Het laatste uur gaat het bergafwaarts, tot Chisopani (2300 m) waar we onze intrek nemen in een lodge.
Dag 4
Wie vroeg uit de veren is, wordt beloond met een zonsopgang, waarbij zich een 180 graden panorama op de besneeuwde Himalayatoppen ontvouwt. Bij helder weer kan je zelfs de Manaslu en Kanchenjunga ontwaren, meer dan 100 km ver! We beginnen met een steile afdaling tot Pati Bhanjang (1750 m); op schooldagen zien we van alle kanten kinderen in uniform naar de dorpsschool afdalen. Dan gaan we weer aan het stijgen. De besneeuwde bergtoppen voor ons tonen de richting die we de komende dagen moeten volgen. We zitten hier in Helambu, een gebied dat gekend is om zijn akkerbouw - vaak in terrasvorm - en vele dorpjes. De kennismaking met de cultuur en levenswijze van het voornamelijk Sherpa- en Tamang-volk geeft kleur aan onze trektocht door Helambu. Na bergop komt bergaf, het laatste stuk van de wandeling daalt zachtjes langs een boeddhistische tempel tot Kutumsang (2430 m).
Dag 5
Vroeg uit de veren voor een vrij lange dag die opnieuw voornamelijk bergop gaat. We moeten meer dan 1000 m hoogteverschil overbruggen en wandelen geregeld door mysterieuze bossen van metershoge rododendrons, waarvan de grillig gevormde stammen met mossen en lychen behangen zijn. In deze periode van het jaar staan ze normaal gezien in bloei, wat een sprookjesachtig spektakel in rood, roos, paars, geel en wit oplevert. Naarmate we hoger komen wordt het landschap indrukwekkender, met achter ons schitterende vergezichten op de eindeloze rijen groene bergen in zuidelijke richting en voor ons op de besneeuwde hogere toppen in het noorden. Overnachting in Tharepati (3580 m), gelegen op een pas met prachtig zicht op de Himalaya. Aan één kant zie je tot Jugal Himal met de prachtige Dorje Lakpa (6966 m) die erboven uitsteekt, aan de andere kant kun je de Laurebina-pas zien die we binnen twee dagen over moeten. Een mooie plek om de zonsondergang te aanschouwen.
Dag 6
Vandaag wordt een dag met veel op en af, hoewel we vanavond ten opzichte van het zeeniveau maar een goede 200 m hoger zullen zitten. Door de hoogte waarop we ons ondertussen bevinden, zien we een ander soort begroeiing dan de eerste dagen: minder weelderig, stugger, afgestemd op koudere omstandigheden. Het landschap wordt ruiger, de bergen rotsachtiger en kaler, af en toe moeten we een bruisende waterval of riviertje over dat van de steile hellingen naar beneden dondert. Het gevoel van ver van de bewoonde wereld te zijn neemt toe. We overnachting in Phedi (3815 m), waar 2 eenvoudige lodges op de rand van een steile helling balanceren - ook nu weer een prachtig uitzicht gegarandeerd.
Dag 7
Dan is het zover en beginnen we aan de pittige klim naar de Lauribina-pas. In het kale landschap van rotsen, stugge struiken en gras, langs beide zijden ruige berghellingen, zien we het pad voor ons omhoog slingeren. Een paar uur later verwelkomen de gebedsvlaggetjes ons op de pas, 4645 m hoog. Het uitzicht langs beide zijden doet ons meteen de inspanning vergeten: voor ons een blauwzwart meer, blinkend tussen de berghellingen, achter ons de vallei waarlangs we omhoog geklommen zijn, met op de achtergrond de glooiende bergen waar we de voorbije dagen overheen getrokken zijn. Een moment om even stil van te worden.
We laten Helambu achter ons en dalen af tussen grote rotsblokken, zigzaggend langs gletsjerriviertjes naar Gosainkund met zijn heilige meren en Hindoeïstisch tempeltje. Het uitzicht op de drie heilige meren Saraswatikund, Bhairavkund en Gosainkund, die als juwelen in het woeste landschap zijn ingebed, is onvergetelijk. In het midden van het grootste meer ligt de rots die volgens de vrome legende de kop van Shiva is. Die legende wil dat het meer door Shiva zelf werd gecreëerd, toen hij de gletsjer met zijn drietand doorboorde om aan drinkwater te komen nadat hij vergif had gedronken. Gosainkund is dan ook een bedevaartsoord; de meren zijn heilig en in de maand augustus komen talrijke pelgrims naar hier. Wie dapper genoeg is, kan zelf ook een zuiverende duik in het koude water nemen.
Overnachting bij het meer (4336 m).
Dag 8
We verlaten het heilige Gosainkund en volgen een pad hoog over de steile bergflank, met spectaculaire zichten op het gebergte voor ons. De besneeuwde toppen die we enkele dagen geleden in de verte zagen liggen, zijn nu heel wat dichterbij: Manaslu, de Himalchuli peak 29, Ganesh Himal, Langtang I en II en Langtang Lirung (7245 m), de hoogste berg van Langtang Nationaal park. Vooral deze laatste spreekt tot de verbeelding als we ons realiseren dat we binnen enkele dagen aan zijn voet zullen staan.
Heel deze dag dalen we af, aanvankelijk licht, verderop steiler over een zigzagpad met treden en rotsen. Aangezien we meer dan 2000 m moeten afdalen, doorkruisen we opnieuw verschillende vegetatiezones. Het kale hooggebergte gaat over in bossen van naaldbomen en rododendrons, die op hun beurt weer plaats maken voor een idyllisch landschap van weiden en akkers. Hier komen we opnieuw in bewoond gebied. We bereiken het grote Tamang-dorp Thulo Syabru (2200 m), waar we overnachten. Het werd door de aardbeving van 2015 verwoest, en het is verbazingwekkend om vast te stellen hoe snel het weer is heropgebouwd tot een kleurig en hedendaags dorp.
Dag 9
We zijn ondertussen de Langtang-vallei binnen gewandeld. Aanvankelijk dalen we verder af tot aan de oever van de wildstromende Langtang-rivier, die we op 1680 m hoogte bereiken. Onderweg moeten we eerst via een hangbrug een zijrivier over. De omgeving is nu volledig veranderd. De vallei waardoor de Langtang stroomt, is diep ingesneden met aan beide kanten steile en hoge hellingen. De begroeiing bestaat uit hoge loofbomen, behangen met epifieten, mossen en varens, die samen met het struikgewas een dichte jungle vormen. We zullen allicht apen kunnen spotten, voor de rode panda die hier leeft zullen we heel wat meer geluk moeten hebben. Door de beperkte hoogte waarop we ons bevinden, is het hier aanzienlijk warmer en vochtiger dan de vorige dagen. Het pad volgt omhoog en omlaag slingerend de oever van de Langtang-rivier, die met spectaculair geraas tussen gigantische rotsbloken omlaag dondert. Via een tweede hangbrug steken we verderop de rivier over om langs de andere oever verder omhoog te wandelen tot Lama Hotel, op 2460 m hoogte. Deze plek bestaat uit een groepje eenvoudige lodges, gelegen in de jungle.
Dag 10
Naarmate we verder stijgen, wordt het bos minder dicht. Grote rotsblokken liggen uitgestrooid tussen de hoge bomen; de steile flanken langs beide zijden van de rivier benemen ons het zicht op de bergtoppen die we hoog boven ons vermoeden. Daar komt echter verandering in wanneer de vallei opentrekt en we de bossen weer achter ons laten. De Langtang-rivier in haar vallei blijft onze leidraad, maar het landschap wordt rotsachtiger en ruiger, met watervallen die van de valleiwanden naar beneden duiken. Regelmatig krijgen we prachtige zichten op de Langtang Lirung (7246 m) en andere besneeuwde toppen. Vooraleer we het dorp Langtang (3350 m) bereiken, hoofdplaats van Langtang Nationaal Park, worden we getroffen door de gruwelen die de aardbeving van 2015 teweeg heeft gebracht. Het mooie oude dorp werd in een stroom van ijs, sneeuw en puin volledig van de kaart geveegd. Er vielen 310 doden, waarvan 176 dorpsbewoners, 80 buitenlanders en 10 soldaten. Het pad leidt over de chaos van puin en rotsen, waarvan we weten dat dit het vroegere dorp was en waarin 100 lichamen nooit werden teruggevonden. Een eenvoudig herdenkingsmonument met de namen van de overledenen en omringd door vele gebedsvlaggetjes houdt de herinnering aan deze catastrofe levend. Een moment waar je even stil van wordt.
Maar ook de veerkracht van de Nepalezen is hier duidelijk te zien. Met veel buitenlandse hulp werden er in het nieuwe dorp opnieuw lodges gebouwd.
Hier overnachten we.
Dag 11
Over uitgestrekte yakweiden klimmen we door de steeds breder wordende vallei omhoog. Naarmate de hoogte toeneemt, begint het ‘Himalaya-gevoel’ zich opnieuw te manifesteren. We steken de stroom die van de majestueuze Lirung-gletjser komt over via een brug en klimmen geleidelijk hoger met steeds mooier wordende zichten. Plots staan we op een heuveltje met gebedsvlaggetjes en zien we het Tibetaans-boeddhistische dorp Kyangjin Gompa (3750 m) aan onze voeten liggen. Ook hier heeft de aardbeving zijn sporen nagelaten, maar de ligging in een cirkel van gigantische bergen, bekroond door sneeuwwitte toppen, blijft ongeëvenaard.
Wie nog veel energie over heeft, kan in de namiddag optioneel de Kyangjin Ri (4771 m) beklimmen, vanwaar je een mooi uitzicht krijgt op de Lirung-gletsjer. Een minder uitdagend, ook optioneel alternatief is de 2 à 3 uur durende wandeling naar een ander uitzichtspunt op 'slechts' 4200 m hoogte. Het zicht is minder spectaculair, maar niettemin blijft het een indrukwekkende ervaring om tegen de hoog oprijzende wand van de Langtang Lirung aan te kijken. Wil je gewoon lui genieten, dan kan je in Kyangjin Gompa wat 'shoppen' langs enkele stalletjes met Tibetaanse souvenirs, een bezoekje brengen aan de lokale kaasmakerij en het klooster, of gewoon welverdiend genieten van een kopje koffie in de gezellige plaatselijke coffee shop, met reden beroemd om zijn heerlijke taarten.
Dag 12
We nemen definitief afscheid van het hooggebergte en bereiken na een lange afdaling opnieuw het groen. Hoewel we dezelfde weg volgen als gisteren en eergisteren, krijg je andere zichten doordat we nu in omgekeerde richting wandelen.
Overnachting in Lama Hotel (2460 m).
Dag 13
Door bossen en langs de luidruchtige Lantang-rivier dalen we verder af door de vallei. Na al wat we de afgelopen dagen gezien hebben, wachten er ons geen verrassingen meer, maar het vooruitzicht om vanavond weer in een normaal hotel met een badkamer te slapen, geeft een extra dimensie aan deze laatste wandeldag.
We komen aan in Syabru Besi (1460 m), een groot dorp gelegen aan de weg die naar de Tibetaanse grens leidt. Overnachting in een hotel.
Dag 14
Een lange rit over een slechte weg door de bergen brengt ons naar Kathmandu, waar we in de loop van de namiddag aankomen. De drukte, het lawaai en het stof komen zwaar aan na 12 dagen in de bergen, maar gelukkig is er het genoegen van een comfortabel hotel om de schok op te vangen.
Dag 15
We hebben nog volledige dag om Kathmandu te bezoeken, in groep of - indien je dat verkiest - individueel. Het bezoek aan Kathmandu is niet georganiseerd, je beslist dus ter plaatse wat, wanneer en hoe (openbaar vervoer, taxi, riksha,…).
- Patan: deze oude koninklijke stad ligt op 5 km van Kathmandu en is de 2de grootste stad van de vallei. Als voormalige koningsstad heeft het een prachtig koningsplein en staat het vol met mooie tempels rondom. Ook de boeddhistische gouden tempel en de indrukwekkend hoge Kumbeshwor-tempel zijn niet te missen tijdens het bezoek.
- Swayanbunath: tempelcomplex gelegen op een heuvel. Deze tempel wordt ook wel de apentempel genoemd omwille van het grote aantal apen die de heuvel bewaken en de bezoekers ‘entertainen’. De stoepa is omgeven door gebedsvlaggetjes, gebedsmolens, kloosters en heel wat winkeltjes. Vanaf de heuvel heb je bij goed weer een prachtig panorama over Kathmandu.
- Bhaktapur: van de 14de tot de 16de eeuw de hoofdstad van de Kathmandu-vallei met oude straten en pleinen, tempels en pagodes.
- Pashaputinath: het nationale en belangrijkste Hindoe-heiligdom van Nepal, waar dagelijks tientallen lijkverbrandingen plaatsvinden.
Na middernacht worden we naar de luchthaven gebracht voor de terugreis.
Dag 16
Aankomst in Brussel.