Kirgizië

Heenreis van Brussel naar Bishkek.

Aankomst 's morgens en transfer naar het hotel.

We gaan een paar uurtjes rusten en trekken daarna hoofdstad Bishkek in, waar een mix van volkeren samenleeft. We bezoeken het centrum met zijn bazaar, parken, regeringsgebouwen, het Historisch Staatsmuseum, het standbeeld van de epische held Manas. Ook op culinair gebied verrast deze stad. Dat zal ’s avonds blijken in de restaurants die van even verscheiden herkomst zijn als de inwoners van de stad.

We laten Bishkek achter ons en rijden door het platteland de bergen in, naar het startpunt van de driedaagse acclimatisatietrekking. Onderweg bezoeken we de Burana-toren, een indrukwekkende minaret uit de 11de eeuw en het enige overblijfsel van de moskee van de verwoeste middeleeuwse stad Balasagun.

Meteen zitten we midden in een indrukwekkend berglandschap, dat deel uitmaakt van een machtige bergketen: het Tien Shan-gebergte. De ‘Hemelse Bergen’ die zich uitstreken over een lengte van 2500 km zijn dubbel zo lang als de Alpen. Wij bevinden ons in het Sandyk-massief, in de centrale Tien Shan.

De paarden worden beladen met onze bagage en weg is onze karavaan, met gids, kok en drijvers, langzaam stijgend langs de Shamsi-bergrivier, over groene weiden geflankeerd door hoge sparren. Al op onze eerste dag moeten we enkele keren een rivier doorwaden. Misschien drink je deze eerste dag al een kop ‘kymys’, gefermenteerde merriemelk, de nationale drank van de nomadische Kirgiezen. Er zullen allicht nog meer koppen volgen, al dan niet gecombineerd met ayran-yoghurt of vodka.

4 à 5 uur wandelen | 13 km

Eerste nacht in tenten op zo’n 2800 m hoogte.

De volgende dagen maken we kennis met een levenswijze in harmonie met de natuur: het melken van de paarden, de schapen- en geitenkudde bijeendrijven in de kraal, de joertkachel stoken met dierendrek,... Logeren doen we 2 x in tenten en 1 x in joerten (ook yurt geschreven), de typische ronde nomadententen die gebruikt wordt in Centraal-Azië.

Op dag 4 trekken we al meteen over de Shamsi-pas (3570 m). Op dag 4 en 5 wandelen we 5 à 7 u. over grazige bergweiden met een horizon vol besneeuwde kammen. Nu en dan zien we bruingrijze marmotten bij hun hol. Soms dwingt een gezwollen rivier ons tot een oversteek op een paardenrug of met watersandalen.

Dag 4 | 18 km
Dag 5 | 21 km

Op dag 6 worden we ’s morgens in Iri Suu jailoo (2490 m) weer opgepikt voor een rit van ca. 5 u. via Kochkor naar het Song-Kulmeer, op 3016 m. Na de lunch kan je aan dit buitengewoon fotogenieke meer een vrije wandeling ondernemen. Liefhebbers kunnen hier ook paardrijden (facultatief ca. € 4/uur).

We overnachten in joerten en genieten van de rijkgevulde tafels die ons opwachten.

We verlaten het hoge Song-Kulmeer. Op de pas krijgen we nog een laatste mooi zicht. Ons volgend doel is Osh, waar de volgende trekking aanvangt en dat op 2 dagen rijden ligt. We brengen vandaag een hele dag al rijdend door, eerst voornamelijk over pistes. De weg wordt stilaan beter maar het is toch 'anders rijden' …

We overnachten in Kazarman, een voormalig goudmijnstadje in een gezellige guesthouse waar de gastvrouw ons in de watten legt. We genieten van een warme douche.

Op een uur rijden van Kazarman ligt Saimaluu Tash. De naam betekent ‘geborduurde’ of ‘stenen met een patroon’. Hier, hoog op een eenzaam bergplateau op 3200 m, liggen naar schatting 11.000 rotstekeningen verspreid over de hellingen van twee gletsjermorenen. De rotstekeningen, die op glanzende basaltstenen zijn geëtst, dateren van ca. 2000 v.Chr. en misschien zelfs nog ouder. Het zijn waarschijnlijk offergaven die vanuit de valleien naar deze plek zijn gebracht, die lang als heilig werd beschouwd en werd bezocht door sjamanen.

Ca. 2 u. stappen tot aan de gletsjer, oversteek van 400 m (eventueel met stijgijzers), ca. 2 u. tot aan de petrogliefen, ca. 3 u. om terug te keren. Totale duur van de wandeling: ca. 7.5 u.

Tweede overnachting in Kazarman.

De volgende dag rijden we verder. We steken de Kaldama-pas over, met boven prachtige uitzichten. Onze lunch nemen we in een restaurant in Jalal-Abad. In de loop van de namiddag komen we aan in Osh, vooral bekend om zijn 'bazaar'. De mensen hier gaan er prat op dat er al 2000 jaar lang elke dag markt is. Daar kan je heel veel kopen, van gedroogde vruchten, vers fruit, exotische kruiden, vers brood, typische hoeden tot tweedehands telefoons. We nemen de tijd om er rond te kuieren en vooral rond te kijken. Een welgekomen rustpauze vooraleer onze twee volgende trekkings aan te vatten.

Overnachting in een hotel.

De rit vandaag brengt ons naar het uiterste zuiden van Kirgizië. Tegen de middag komen we aan in Sary Mogol (3000 m), waar ons een lekkere, huisbereide lunch wacht.

Daarna begint onze tweede trekking en die speelt zich af in het Alay-gebergte. We stappen langs een stroompje en passeren een koolmijn.

12 km wandelen | 314 m stijgen | 45 m dalen.

Vanavond kamperen we op 3230 m aan de voet van de Jiptick-pas (4185 m), in tenten of joerts. Aan de zuidelijke einder, op de grens met Tadzjikistan, zien we de ronduit indrukwekkende Lenin Peak liggen, een van de kanjers van het Pamir-gebergte die, samen met zijn buren de volgende dagen onze horizon zal domineren.

De volgende vijf dagen maken we een lus van zo’n 75 km doorheen het Alay-gebergte, telkens met overnachting in joerten en/of homestays (voor alle zekerheid nemen we ook tenten mee). Er zijn maar weinig plaatsen ter wereld waar het contrast tussen het intense groen van de glooiende weiden en de beboste valleien enerzijds en de witbesneeuwde, gekartelde Pamir-pieken anderzijds zo mooi is. Rode aarde, lichtbruin gekleurde rotsformaties, pikzwarte stenen en kabbelende beekjes geven deze regio een enorme verscheidenheid.

De hoogtepunten, zowel letterlijk als figuurlijk, op ons pad zijn: de Jiptick-pas (4185 m), Kojokelen (het enige dorp langsheen onze trekking), de passen Sary-bell (3100 m) en Koshmoinok (3223 m). De mooiste en ook pittigste pas houden we tot het eind: de Sarymogol op 4306 m en bij mooi weer hebben we hier het allermooiste zicht op het Pamir-gebergte en de talrijke blauwe meren onder ons.

We slapen 1 nacht in een guesthouse, de overigen nachten in tenten en/of joerts.

Dag 11 | 16 km | 931 m stijgen | 1148 m dalen
Dag 12 | 23 km | 1094 m stijgen | 1298 m dalen
Dag 13 | 12 km | 535 m stijgen | 856 m dalen
Dag 14 | 10 km | 1210 m stijgen | 12 m dalen
Dag 15 | 14 km | 716 m stijgen | 1058 m dalen

In de late namiddag van dag 15 nemen we afscheid van onze paardenmannen en worden we opgepikt door jeeps. We dwarsen de indrukwekkende vallei die ons naar Sary Mogol brengt. Vandaar rijden we nog een uur over piste en door steppe naar het joertenkamp aan het Tulpar Ko-meer. Het is genieten van de rustige omgeving in dit prachtig merengebied.

'No rest for the wicked' want trekking nr. 3 komt eraan. Met beperkte bagage (max. 5 kg) gaan we op stap naar kamp 1 van Lenin Peak.

Via het basiskamp (3600 m), Achik-Tash genaamd, klimmen we geleidelijk omhoog. We doorkruisen een grote vlakte en beginnen aan de klim die ons naar een pas op 3800 m brengt. Nu we al een paar keer de 4000 m gepasseerd zijn, zijn we perfect geacclimatiseerd om nog een beetje hoger te trekken. De natuur wordt steeds indrukwekkender en een waar kleurenpalet ontvouwt zich voor onze ogen. We wandelen over een smal en steil bergpad langs de gletsjer omhoog. De volgende dagen brengen we door in een andere wereld: die van stilte en eeuwige sneeuw.

Kamp 1 ligt op 4400 m en we overnachten er ook. Vanaf hier zijn de andere reizigers die we ontmoeten meestal alpinisten die Lenin Peak, een zevenduizender, willen bedwingen. Het is echt wel bijzonder om als wandelaar de sfeer hier te kunnen opsnuiven.

Wij houden het iets bescheidener en trekken naar Peak Yuhina (5100 m), voor de klimmers van Lenin Peak een acclimatisatietocht. Deze "kleine" piek biedt - als het weer meezit - een fantastisch uitzicht op Lenin Peak en omgeving. Voor ons is het letterlijk het hoogtepunt van deze reis.

Tijdens de afdaling terug naar het joertenkamp, zien we niet alleen veel marmotten en andere 'gebergtedieren', maar met een beetje geluk ook kuddes jaks, best wel een indrukwekkend zicht. Op dag 18 genieten nog een laatste dag van deze prachtige, kleurrijke wereld en laten dan onherroepelijk het hooggebergte achter ons. Via het basiskamp wandelen we naar het Tulpar Ko-meer waar we bij het joertenkamp een late lunch nemen.

Dag 16 | 16 km | 900 m stijgen
Dag 17 | 8 km | 716 m stijgen en 716 m dalen
Dag 18 | 15 km | 900 m dalen

We pikken onze achter gelaten bagage op en rijden in een uurtje terug naar Sary Mogol. Hier nemen we onze intrek in een homestay.

Verder per minibus naar Osh en vlucht naar Bishkek, waar we inchecken in het hotel.

Laatste avondmaal.

Terugreis naar Brussel.