Italië

Vlucht van Brussel naar Rome en transfer noordwaarts (160 km) naar onze eerste verblijfplaats in Alberese aan de Toscaanse kust.

We nemen onze intrek in een rustig gelegen agriturismo, omgeven door velden waar de groenten en het fruit worden geteeld die daar op tafel komen.

Het gebied waar we ons bevinden, heet ‘la Maremma’. Het strekt zich uit langs de zuidelijke kust van Toscane, en ontleent zijn naam aan deze ligging aan zee (‘mare’). Grote delen waren vroeger moerassen en meren waar malaria heerste en herders te paard hun kudden dreven. Andere delen waren bosrijk en heuvelachtig.

Een deel van de Maremma is beschermd als ‘Parco Naturale’. Deze bescherming behelst diverse restricties. Wandelen kan enkel over speciaal uitgezette paden, en in het hoogseizoen bovendien slechts onder begeleiding van een gids. In de rustige periode waarin wij het bezoeken, kunnen we evenwel op eigen initiatief dit mooie landschap ontdekken. Het landschap van het parco naturale bestaat uit heuvels met dichtbeboste hellingen. Eén lang wit zandstrand, met helder azuurblauw water, zoomt deze heuvels af. Hier en daar liggen restanten van vroegere menselijke activiteit, zoals de ruïne van een verlaten abdij en versterkte wachttorens die de kust moesten beschermen tegen Saraceense zeerovers.

De wandeling die we vandaag in het park ondernemen, laat ons genieten van de schaduwrijke bossen (waaronder een uitgestrekte pijnboomwoud) en prachtige uitzichten over de kust, en voert weer terug naar het idyllische strand, waar we kunnen pootjebaden of zwemmen.

Met een privébusje rijden we verder noordwaarts naar de havenplaats Piombino. Hier vertrekken de ferryboten naar Sardinië, Corsica en Elba. Het is slechts een uurtje varen naar Elba, het grootste van de zeven eilanden die de ‘Toscaanse archipel’ vormen (één van de andere eilanden is Giglio, bekend van de scheepsramp met de Costa Concordia). De ferryboot meert aan in hoofdplaats Portoferraio, met zijn omsloten binnenhaven.

De oude binnenstad is ommuurd en wordt gedomineerd door een vesting uit de tijd van de Medici. Het was Cosimo I de’ Medici’s droom om van zijn groothertogdom Toscane een zeevarend wereldrijk te maken, in navolging van Venetië en Genua. Portoferraio zou zijn uitvalsbasis worden en hij nam alvast een aanvang met het versterken van de haven. Financiële en andere problemen strooiden echter roet in het eten, waardoor Elba slechts de geschiedenis in ging door die andere illustere man, Napoleon Bonaparte. We maken een kennismakingswandeling door de smalle straatjes.

Ons hotel ligt buiten het stadscentrum en heeft een privé-(keien)strandje.

Deze twee dagen verkennen we vanuit Portoferraio het oostelijk gedeelte van het eiland. We volgen nu eens brede landwegen, dan smallere bergpaadjes. Steeds weer heb je uitzicht op de baaien en kreken die de grillige kust vormen. We bezoeken ook enkele schilderachtige dorpen, zoals Capoliveri en Rio nell’Elba. Wanneer we na afloop weer naar Portoferraio terugkeren, kan je nog gaan zwemmen aan één van de prachtige stranden, zoals Le Ghiaie: hagelwit met helder turkoois water.

We verlaten Portoferraio en brengen een bezoek aan de villa van Napoleon in San Martino. Wie deze bezoekt, kan zich zijn verblijf op Elba moeilijk als een straf voorstellen. De villa is bovendien zijn buitenverblijf, want ook in Portoferraio had Napoleon een niet te versmaden optrekje.

Na het bezoek rijden we langs de noordkust in westelijke richting. Terwijl de bus onze bagage naar onze volgende verblijfplaats Sant’ Andrea brengt, wandelen wij hier over een prachtig pad vanaf de mooie badplaats Marciana Marina naartoe. Sant’ Andrea is een voormalig vissersgehucht dat uitgroeide tot een gegeerd vakantieplaatsje. Het kleine rotsstrandje onderaan een weelderig begroeide vallei, met kleurige tuinen en mooie huizen tegen de flanken, lijkt dan ook recht van een ansichtkaart te komen.

We nemen onze intrek in een kleinschalige B&B, eenvoudig maar goed gelegen en met een warm onthaal.

Een korte busrit brengt ons in het Marciana Alta, een pastelkeurig dorp dat in trappen tegen de bergflank ligt genesteld. Van hieruit klimmen we omhoog naar de kerk waar Napoleon graag kwam verpozen (naar verluidt ontmoette hij er zijn maîtresse) en dan trekken we over de bergflanken westwaarts. Van op grote hoogte overschouwen we de Middellandse Zee, en bij helder weer lijkt buureiland Corsica slechts op een steenworp afstand te liggen. We dalen af naar weer zo’n klein badplaatsje, alweer met een strandje om zweet en vermoeidheid van ons af te spoelen.

De laatste wandeldag reserveren we voor de hoogste top van Elba, de Monte Capanna. Geen paniek, de meer dan 1000 meters omhoog overwinnen we per kabelbaan, maar dan volgt een pittige afdaling - deels over rotsachtige bergpaden - helemaal tot aan zee. Een lange maar mooie tocht door een landschap dat soms aan de mediterrane Alpen doet denken, met eindeloze vergezichten op het hele eiland, de Toscaanse kust en Corsica.

Per bus, ferry, opnieuw bus naar Rome en dan vliegtuig terug naar Brussel.