Indonesië

Heenreis van Brussel naar Jakarta.

Aankomst in Jakarta in de ochtend en binnenlandse vlucht (anderhalf uur) naar Yogyakarta, de culturele hoofdstad van het eiland Java. We checken in voor de komende 4 nachten. De namiddag is vrij om wat te bekomen van de lange reis. Je kan relaxen in de mooie hoteltuin met zwembad.

Ontdekking van Yogya per ‘becak’ (fietstaxi). Wat staat er zoal op het programma?

• Taman Sari, een prachtig lusthof dat eertijds werd aangelegd voor de sultan en zijn familie
• De Kraton.
• De uitgestrekte markt Pasar Beringharo, waar zich ook de 200 jaar oude moskee Mesjid Agung.
• Kennismaking met de beroemde batikcultuur van Yogya (sinds 2009 op de lijst van Unesco-werelderfgoed) en heel veel nieuwe producten (waaronder onbekende groenten en fruit), waarbij we ontdekken dat in Azië alles te koop is!
• Mogelijk bezoeken we nog meer kunstnijverheidsplaatsen: Wajang Kulit-poppen, lederwaren, jamu-werkplaats (kruidenmedicijnen).

In de voormiddag fietsen we rustig langs dorpjes en tussen rijstvelden en krijgen een mooi beeld van het dagelijks leven op het vruchtbare en kleurrijke Java. Onderweg bezoeken we een kroepoekfabriekje en een steenbakkerij, en leren rijst planten.

En dan is Prambanan aan de beurt, de grootste hindoe-site van Indonesië en een van de belangrijkste culturele trekpleisters van Zuidoost-Azië. Het complex werd gebouwd tussen de 8ste en 10de eeuw. Oorspronkelijk telde het 244 tempels, maar slechts enkele zijn gerestaureerd. Het hoogtepunt is de centrale compound, met 8 hoofd- en 8 kleine tempels.

Vanaf mei worden er bij de Prambanan-tempel openluchtvoorstellingen gebracht. Of we kunnen een dansvoorstelling van het Ramayana-ballet bijwonen in het Puriwista-theater in de stad.

Nog een top cultureel icoon in Zuidoost-Azië is Borobudur, een van de indrukwekkendste bouwwerken ter wereld. Dit grootste boeddhistische heiligdomt torent uit boven een lappendeken van flesgroene rijstvelden en stukjes tropisch bos. Samen met Prambanan, is deze tempel de getuige bij uitstek van de hindoeïstisch-boeddhistische periode die Indonesië heeft gekend van 200 tot 1400.

De namiddag is vrij.

Vertrek 's ochtends uit het station van Yogyakarta voor de treinrit (ca. 3,5 u.) naar Mojokerto. We bezoeken de archeologische site Trowulan, de voormalige hoofdstad van het Majapahit-rijk, en het museum. Ook gaan we de Buddha Tidur Mojokerto bewonderen, de zeer elegante 'slapende boeddha'.

We rijden verder met de bus naar Malang (ca. 1,5 u.). Ooit was dit het centrum van de koffie- en suikerteelt, gedomineerd door Nederlandse en Chinese magnaten. De koele heuvels in de omgeving waren aantrekkelijk voor de kolonialen, maar de handel moest uiteraard in de stad gebeuren.

Het logies voor vannacht is een eenvoudig guesthouse.

Korte transfer naar Tumpang, vertrekpunt voor de ontdekkingstocht in het Nationaal Park Bromo Tengger Semeru. Je hoeft nergens in Indonesië lang te zoeken om een vulkaan te vinden, maar dit nationaal park herbergt er maar liefst vijf naast elkaar. De kegelvormige toppen liggen verspreid over een maanlandschap dat is ontstaan uit de oude Tengger-caldera. De meest opvallende is de nog actieve Gunung Bromo, die 2329 m hoog oprijst uit een krater van bijna 10 km breed, omgeven door de 'zee van zand'.

We maken een avontuurlijke rit door het hoogland van de Tengger, de op één na kleinste etnische bevolkingsgroep van Java die op de hellingen van de Gunung Bromo woont. Maar we houden het niet bij een rit alleen. In Jemplang worden we namelijk gedropt en begint een veelal vlakke wandeling van een 4-tal uur doorheen deze vulkanische zandzee naar Cemoro Lawang.

We overnachten hier in een hotel dat indrukwekkend gelegen is op 2360 m hoogte op de rand van de immense caldeira, met zicht op de Bromo.

Wie dat wenst kan naar de vulkaan Bromo wandelen en de trappen naar de kraterrand beklimmen. Het is ook een moment om even stil te staan bij de tegelijk verwoestende én leven gevende kracht van de vulkanen. Indonesië ligt immers in de ‘Ring van Vuur’, een vulkanisch erg actief gebied, en kent zo’n 10 vulkaanuitbarstingen per jaar (die overigens vrij accuraat kunnen worden voorspeld door de vele seismografische stations). Het is aan de mineraalrijke vulkaanas, die zich verspreidt over het omringende land en door waterlopen verder wordt meegevoerd, dat Indonesië zijn vruchtbare grond te danken heeft.

Zeer vroeg uit de veren om vóór zonsopgang per jeep naar de top van de Penanjakan te rijden. Van hieruit genieten we van een prachtig zicht op de vulkanen Bromo, Batok en Semeru, de hoogste vulkaan van Java.

Bij terugkomst in het hotel, nemen we het ontbijt en rijden vervolgens verder naar Bondowoso, een dorpje in de nabijheid van het Ijen-kratercomplex. Het is een woeste en weinig bezochte streek, waar de bewoners leven van de koffieteelt en zwavelontginning.

Overnachting in een comfortabel hotel met zwembad.

Voor de excursie naar de Ijen-krater moeten we heel vroeg opstaan. De rit van bij Bondowoso naar Ijen neemt min. twee uur in beslag. Vervolgens klimmen we in een paar uur en op een rustig tempo naar de rand van de Ijen-krater. Daar kan je bij helder weer een haast onwerkelijk schouwspel gadeslaan: boven het turkooizen water verschijnen plotseling slierten gele zwavelstoom, die na enkele seconden weer even onverwacht verdwijnen. Maar er is ook de harde realiteit, nl. die van de zwaveldragers. Deze mannen gaan twee tot drie keer per dag omhoog om in de krater zelf zwavel te kappen, waarbij toxische gassen en vloeistoffen vrijkomen, en zeulen vervolgens 60 tot 80 kg zwavelbrokken weer naar beneden. Zwaveldrager is een stiel die van vader op zoon wordt doorgegeven, ook al heeft dit beroep een serieuze impact op hun levensverwachting…

Na deze lonende inspanning reizen we verder naar de oostkust om in de haven van Gilimanuk de ferry naar Bali te nemen. De overzet duurt ongeveer 45 min. In de vooravond bereiken we Lovina, aan de noordkust van Bali. Lovina Beach is de verzamelnaam van een aantal kustplaatsjes en donkere stranden die het vakantieoord vormen.

We overnachten in een mooi hotel met zwembad op 150 m van het strand.

Een vrije dag in Lovina is makkelijk ingevuld! Je kan zwemmen of snorkelen in het heldere zeewater of gewoon relaxen bij het zwembad van het hotel. Wil je het actiever, heb je de keuze uit een aantal begeleide wandelingen die het hotel aanbiedt. 

Tweede overnachting in Lovina.

Transfer landinwaarts langs rijstvelden, koffie- en kruidnagelplantages naar het bergdorp Munduk, frisjes gelegen op 800 m, temidden van een wondermooi stuk natuur met enkele bergmeren.

We logeren in een mooi gelegen guesthouse.

Samen met een lokale gids trekken we er op uit voor een wandeling door de rijstvelden. We maken kennis met 'subak', het eeuwenoude Balinese irrigatiesysteem dat door Unesco als werelderfgoed erkend is.

Tweede overnachting in Munduk.

Transfer zuidwaarts richting Ubud. Onderweg houden we halt voor enkele leuke bezoeken: de hindoeïstische watertempel van Pura Ulun Danu Bratan die schitterend gelegen is aan de rand van het door bergen omgeven kratermeer Beratan, de markt nabij Ulu Danu (goed voor souveniers), Tirta Empul of de bron van het heilig water met rituele wassingen en Gunung Kawi, gelegen in een nauw dal met prachtige rijstvelden en een riviertje.

Ubud is het culturele hart van Bali. Hoewel toeristisch en druk, is men er vrij goed in geslaagd een evenwicht te vinden tussen traditionele cultuur en toerisme. Bovendien kan je hier erg lekker eten.

Ons mooi hotel met zwembad voor 2 nachten ligt in het centrum van de stad, de ideale uitvalsbasis om Ubud te ontdekken.

We worden naar Kintamani gebracht, gelegen bij de vulkaan Batur. Daar springen we op een mountainbike en bollen we in een uur of 4 naar beneden, helemaal tot in Ubud. Het gaat soms steil bergaf en af en toe moet je flink op je remmen staan. Nadien is er misschien nog wat tijd om de kunst van het afbieden (‘tawarren’) te beoefenen op de kleurrijke markt waar je een enorm aanbod aan ambachtelijke spullen vindt. 's Avonds genieten we van een typisch Balinese specialiteit: bebek of ayam betutu, gestoomde eend of kip.

Ochtendlijke transfer naar Denpasar en dan is het bye bye Bali. Een vlucht van een goed uur brengt ons naar Makassar in het zuiden van Sulawesi. Dit wordt heel anders dan wat we op Java en Bali hebben gezien. Vanuit Makassar rijden we noordwaarts naar het centraal gelegen Rantepao, het hart van Tana Toraja. De afstand bedraagt ca. 320 km, maar we doen er zo'n 8 uur over.

Een indrukwekkende dag vandaag, waarbij het woord 'cultuurshock' allicht wel eens door je hoofd zal flitsen. Tijdens ons bezoek aan de regio rondom Rantepao steken we wat op over de intrigerende begrafeniscultuur van de lokale Toraja-bevolking. Zo zien we de rotsgraven met ‘tau tau’ (grafbeelden) in het dorp Lemo, de ‘erong' (hangende graven) in het dorp Kete Kesu en het boomgraf voor baby’s in Tampangallo. Ook een bezoek aan de – exotische – markt is de moeite waard.

Tijdens ons verblijf in Tana Toraja proberen we een begrafenisceremonie van nabij mee te maken. Deze gecompliceerde begrafenisrituelen zijn bedoeld om de ziel van de overledene veilig over te brengen naar de volgende wereld. Ze verschillen per streek en status van de overledene en gaan vaak gepaard met het slachten van varkens en buffels (niet geschikt voor gevoelige zielen).

Vandaag begint de 3-daagse trekking in de prachtige tropische natuur van de regio rondom Rantepao, Tana Toraja of het (hoog)land van het Toraja-volk genoemd. We overnachten in traditionele dorpjes, hopelijk in een typisch ‘tongkonan’-huis in de vorm van een boot (wat verwijst naar de voorouders die in een storm zouden zijn aangespoeld en hun bootjes als dak gebruikten). De tocht brengt ons langs de rijstvelden en plantages van de Panclambaran-vallei en eindigt in de bergstreek Sesean, met mooie zichten op spectaculair aangelegde rijstterrassen.

Op dag 19 slapen we terug in Rantepao.

Lange transfer terug naar Makassar. We sluiten de reis af met een kort bezoekje aan deze stad, ook nog Ujung Pandang genoemd. Het is van oudsher een druk handels- en scheepvaartcentrum. Het was van hieruit dat de Nederlanders het grootste deel van de handel tussen Oost en West controleerden. Het historische centrum rond Fort Rotterdam heeft nog een zekere koloniale charme en we kunnen wat flaneren op de boulevard langs de kust. Ook de drukte in Paotore, de haven waar traditionele pinisi-boten hun waren laden en lossen is de moeite om te zien.

Overnachting in een comfortabel hotel.

Rustig uitbollen en even na de namiddag worden we naar de luchthaven gebracht voor de terugreis.