Spanje

Heenreis van Brussel naar Granada en transfer naar het centraal gelegen hotel.

We laten er geen gras over groeien en starten vanavond al het bezoek aan deze mooie stad die zich uitstrekt aan de voet van de Sierra Nevada. Ze was het laatste bolwerk van de Spaanse Moren en hun nalatenschap is overal te vinden: in de alomaanwezige hoefijzerbogen, de kruidige aroma's die oprijzen uit de straatstalletjes, de 'teterías' (theehuizen), de historische Arabische wijk. Een wandeling in het Albaicín, het oudste stadsdeel van Granada met zijn nauwe straatjes, gezellige pleinen en mooie patio's, staat op het programma.

Overnachting in Granada.

Verder bezoek aan de stad. De grootsheid en het raffinement van de Moorse beschaving gaan we bewonderen in het Alhambra, het schitterende bouwwerk op de rode heuvel. Naast het Alhambra liggen de terrasvormige, Spaans-Arabische tuinen van het paleis van El Generalife, eertijds het buitenverblijf van de koningen van Granada.

Transfer naar de Alpujarra en de vallei van Lanjarón (660 m), bekend om haar geneeskrachtig bronwater.

Het meest opvallende geografisch kenmerk van deze streek is ongetwijfeld de Sierra Nevada ('besneeuwde bergketen'), die de noordelijke grens vormt van de Alpujarra. Niet alleen de bergen zelf zijn impressionant, maar ook de architectuur van de bergdorpen (en dan vooral de dorpen van de Poqueira-streek). De straatjes zijn smal, kronkelend en steil; de platte daken of 'terraos' worden in de herfst en winter gebruikt om maïs en pepers op te drogen en de ronde schouwtjes zijn bijzonder origineel.

Na het ontbijt begint onze semi-doorgaande voettocht over smalle weggetjes en bredere (ezels)paden langsheen de zuidelijke uitlopers van de Sierra Nevada en langs schilderachtige dorpen. De natuur is hier gevarieerd: we doorkruisen ruwe landschappen en kloven met kastanjebomen en populieren, lieflijke valleien met subtropische fruitsoorten en gecultiveerde vlakte, het resultaat van eeuwen hard labeur door de landbouwers.

De eerste tocht is meteen ook de langste: 23 km van Lanjarón naar Pampaneira (1060 m). Dit dorp, het laagstgelegen van de bekende Poqueira-vallei, werd in z'n geheel als historisch-cultureel patrimonium geklasseerd.

Na de wandeling worden we naar Capileira gebracht voor de overnachting.

Het mooie Capileira, hoog gelegen op 1436 m, is een perfecte uitvalsbasis voor een lusvormige tocht in de Poqueira-kloof of richting Sierra Nevada.

We overnachten een tweede maal in Capileira.

Langs ezelspaden, via Bubión en over een kam bereiken we een hogerop gelegen vallei waar zich de laatste 'witte dorpen' bevinden. Het plaatsje waar we vannacht logeren - Mecina - vormt samen met enkele andere gehuchtjes de gemeente La Tahá de Pitres. Stilaan zien we het landschap veranderen: daar waar de Poqueira ruw en bergachtig was, is de 'Tahá' zachter en meer beschut.

Vanuit Mecina maken we nog een luswandeling (6 km) naar het feërieke watervalletje Paola en het bronnetje 'La Gaseosa' met helend bruiswater.

Overnachting in Mecina.

Via de pittoreske dorpjes Ferreirola en Busquístar bereiken we het prachtige Trevélez. Het is het hoogst gelegen dorp van Spanje (1500 m) en ligt aan de voet van de in wolkenslierten gehulde Mulhacén, met zijn 3480 m de hoogste top van het Iberisch schiereiland.

Overnachting in Trevélez.

Eén van de mogelijkheden vandaag is een dagwandeling vanuit Trevélez naar de top van El Peñabon (2017 m). Hierboven heb je een schitterend uitzicht op de Sierra de Contraviesa en de vallei van Trevélez met daarboven de Siete Lagunas (7 meren). Aansluitend kunnen we een bezoek brengen aan een hamdrogerij.

Tweede overnachting in Trevélez.

Transfer naar de luchthaven voor de terugreis naar Brussel.